1000 Woningen Plan

Met net nog geen 10 miljoen inwoners werd Nederland eind jaren ’40 overvol gevonden. Minister-president Willem Drees riep in zijn nieuwjaarstoespraak van 1950 zelfs op tot emigratie: ‘Een deel van ons volk moet het aandurven zijn toekomst te zoeken in grotere gebieden dan eigen land.’

Maar wat was nu het probleem? Te veel mensen of te weinig huizen? Het is maar hoe je het bekijkt. De bouw had tijdens de bezetting goeddeels stil gelegen. Ook waren veel woningen vernield door gevechtshandelingen. Maar herbouw en herstel alleen waren niet voldoende: er moest ook fors bijgebouwd worden. Veel mensen hadden als gevolg van de oorlog een huwelijk en kinderplannen uitgesteld. Na de bevrijding was dan ook sprake van een babyboom. Koningin Juliana herhaalde de boodschap van Drees in de troonrede van 1950: ‘De snelle bevolkingsgroei en de beperkte oppervlakte beschikbare grond vereisen een krachtdadige bevordering van de emigratie’.


Alle woningen in het 1000 woningen plan werden voorzien van een tegeltableau van Anno Smith. Dit tableau is afkomstig uit inmiddels afgebroken woningen in Ter Apel. Het is geschonken aan het Groninger Museum.

Ottevanger
Het aanmoedigen van emigratie was maar een druppel op de gloeiende plaat, hoewel een derde van alle Nederlanders de stap naar het buitenland overwoog. Een andere oplossing om de woningnood tegen te gaan was snel en goedkoop bouwen. Eén plan daarvoor kwam in 1950 uit de koker Van Huib Ottevanger. Hij was burgemeester van de Noord-Groningse gemeente Ulrum, maar had zijn roots deels in het oosten van de provincie. Geboren in Soest woonde Ottevanger vanaf zijn elfde in Mussel, waar zijn vader schoolhoofd werd. Zelf belandde hij ook voor de klas: tot zijn burgemeesterschap was hij werkzaam als onderwijzer in Tange-Alteveer en Veendam. 

Goedkoop maar degelijk
Ottevanger stelde voor om de bouw van nieuwe huizen zoveel mogelijk te standaardiseren en het aantal deelnemers te vergroten, zodat een grote reeks goedkope maar degelijke woningen in de provincie Groningen kon worden gebouwd. Ze zouden vooral op het platteland moeten worden gebouwd: de woningbouw voor arbeiders was daar ver achter gebleven op die in bijvoorbeeld de stad Groningen. Voor Ottevangers ‘1000 Woningen Plan’ stelde het ministerie van Wederopbouw geld beschikbaar. Dertig gemeenten sloten zich aan bij het initiatief.

Het stad-Groninger architectenbureau Kuiler & Drewes leverde het ontwerp voor de huizen, die konden worden gebouwd in rijtjes van vier tot acht woningen. Voor elke deelnemende gemeente ontwierp kunstenaar Anno Smith een tegeltableau, dat in de nieuwbouw werd aangebracht. Naast het wapen van de betreffende gemeente was daarop een tekst aangebracht: ‘Deze steen is gelegd als symbool van de eendrachtige samenwerking van 30 gemeenten ter verwezenlijking van het 1000 woningenplan 1950.’ Met de bouw van de eerste huizen werd in augustus 1950 begonnen. Al twee jaar later was de duizendste woning gereed.

Na een halve eeuw
De meeste woningen gebouwd in het kader van het 1000 Woningen Plan zijn een halve eeuw later alweer verdwenen. Goedkoop en degelijk is nu eenmaal een lastige combinatie.  Om te blijven voldoen aan de huidige woonwensen, was sloop vaak goedkoper dan verbouwen. Acantus bezit nog maar een paar van deze huizen, die inmiddels mogen gelden als een monument voor de Wederopbouw. Ze staan in Beerta, Farmsum, Scheemda en Ter Apel.

Op de foto's woningen aan de Havenstraat in Ter Apel. Ze werden in de jaren '50 gebouwd in het kader van het 1000 Woningen Plan. Aan dit plan deden 30 gemeenten in de provincie Groningen mee.